Drie weken was ik in Thailand – het land van allerlei healthy food, sapjes op straat, en eetkraampjes. Wokken is niet wokken, niet pittig bestaat niet, snel koken is niet 20 minuten maar 2, je leert wat bij als foodie!
Een van de meest populaire gerechten is Pad Thai. Dat staat werkelijk overal op de kaart en een beetje Thai eet dat ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds en het liefst ook als snack. Niet gek, want heel lekker. Ik maakte het orginele recept bij een kookworkshop (dat komt binnenkort ook wel online) maar dit is een variant met een paar kleine aanpassingen.
Wat je nodig hebt voor twee personen;
– beetje kokosolie
– 200 gram rijstnoedels
– een rood pepertje
– drie teentjes knoflook
– stukje gember naar smaak
– bosje lente ui
– 200 gram sperzieboontjes
– 150 gram taugé
– 300 gram garnalen
– 1 ei geklopt
– Sap van een limoen
– Scheut vissaus
– Scheut oestersaus
– Scheut soja saus
– Eventueel verse koriander en pinda’s
Het is belangrijk dat je de pan heel warm laat worden voor je begint. Het fijnste is om een flinke wok pan te gebruiken. Terwijl de pan warm wordt snipper je het pepertje en pers je de knoflook. Ook de gember snijd je in kleine stukjes. Je fruit deze drie ingrediënten in de wok. Ondertussen kook je water, waar je de rijstnoedels in laat wellen.
De boontjes hoef je niet eerst te koken, maar deze wok je gewoon mee. Als ze felgroen beginnen te worden voeg je de tauge en de garnalen toe. Als de garnalen niet meer doorzichtig zijn, voeg je de vissaus, oestersaus en soja saus toe. Dit roerbak even op hoog vuur door. Dan schuif je het hele zaakje naar 1 kant van de pan. In een vrij hoekje bak je het ei. Roer tot het ei gaar is en roer het daarna door het gerecht. Voeg de noedels toe.
Maak af met het limoensap, koriander en eventueel wat pinda’s.
